2721Foto Nas Hosen

Simon Bus over het zelfportret: "Volgens Francis Bacon leek zijn gezicht op pudding"

Maker en breakdancer Simon Bus documenteerde zijn leven als breakdancer al vanaf zijn eerste jaren in videoportretten en in 2019 maakte hij de solo Self-portrait, man on orange floor. Nu brengt hij met de avondvullende dansvoorstelling Three Studies (for a self-portrait) drie in elkaar verweven solo’s. Speciaal voor MAAK schreef hij een tekst waar hij zijn fascinatie voor het zelfportret met ons deelt.

In 2018 maakte ik met Self-portrait, man on orange floor mijn eerste zelfportret in de vorm van een korte voorstelling. Op Festival Cement 2024 speelt Three Studies (for a self-portrait). Dit werk is opnieuw een poging tot het maken van een zelfportret met behulp van twee van mijn meest gewaardeerde dansers, Liam McCal & Alesya Dobysh. Tijdens het creatieproces voedde ik de spelers en mezelf met werken uit de kunstgeschiedenis. Zowel de titel als het theaterbeeld zijn referenties naar werk van onder andere Francis Bacon, Egon Schiele en Berlinde De Bruyckere. 

2760

Egon Schiele, Standing male nude with a red loincloth, 1914

De kaartenrekken in museumwinkels laten soms een diepere indruk na dan de expositie zelf. Zo viel mijn oog een keer op een aantal postkaarten met figuren die bestonden uit grillige lijnen in verwrongen houdingen. Het was het werk van de Oostenrijkse kunstenaar Egon Schiele (1890). De kaart die me het meest aansprak was een halfnaakte man in een rood doek. Zijn armen hangen in een onnatuurlijke houding om zijn hoofd en kin. Zijn silhouet lijkt wel een mix tussen een modellenpose uit Vogue magazine en een patiënt uit een psychiatrische inrichting. Het fijne van kunstwerken op postkaarten is dat de aanschaf ervan geen grote overpeinzing hoeft te zijn. Ik verliet de museumshop zes euro lichter met maar liefst drie werken van Schiele.

Misschien was het het pezige lichaam waarin ik mezelf meende te herkennen dat me aantrok tot het werk. Tijdens de creatie van mijn eerste solo Self-portrait, man on orange floor had ik inmiddels een diepere duik genomen in het werk van Schiele en gebruikte ik zijn werken als referentie bij de zoektocht naar nieuw bewegingsmateriaal. De manier waarop hij handen op doek zet, doet me denken aan de manier waarop butoh-pionier Kazuo Ohno zijn handen gebruikt tijdens het dansen. Zijn vingers staan in verschillende richtingen en vertellen elk een heel eigen verhaal.

2761

Francis Bacon, Three Studies for a Self-Portrait, 1979

Terwijl ik door het boek 500 self-portraits van uitgeverij Phaidon blader, valt het me op hoe weinig beweging er in het gros van de zelfportretten zit. Het zijn voornamelijk statische beelden van de kunstenaar in kwestie, die net iets te serieus richting spiegel of lens staart. Ze hebben iets humoristisch en verontrustends tegelijkertijd. De portretten en zelfportretten van Schiele wijken hiervan af. Francis Bacon (1909) is ook een schilder in wiens portretten altijd een vorm van beweging zit. De poses in Bacons werk zijn lang niet zo dynamisch als in die van Schiele, maar in de subtiliteit van zijn verfstreken zit een hoop beweging. In veel van zijn portretten lijkt het alsof er een foto met een lange sluitertijd is gemaakt en het hoofd alle kanten op draait. En hoewel de geportretteerde vaak gewoon op een stoel zit, is er altijd wel iets wat niet overeenkomt met onze alledaagse realiteit, zoals een voet die een vreemde kant op staat of een ledemaat dat lijkt te smelten.

Ondanks dat Bacon beweerde een hekel aan zijn eigen gezicht te hebben – volgens hem leek het op pudding – heeft hij in de jaren 70 en 80 toch een reeks zelfportretten gemaakt. Volgens hem deed hij dit uit noodzaak omdat meer en meer mensen uit zijn sociale kring het leven lieten: ‘I loathe my own face (...) I’ve done a lot of self-portraits, really because people have been dying around me like flies and I’ve nobody else left to paint but myself.’ 

Het werk Three studies for a self-portait uit 1979 is een drieluik dat hij maakte in een periode van introspectie na de zelfmoord van zijn liefdespartner George Dyer. Op een donkere achtergrond schildert Francis drie keer zijn eigen gezicht, in elke versie op een andere manier licht kromgetrokken waardoor zijn gezicht een vloeibare kwaliteit krijgt. Ook lijkt de onbekende lichtbron van positie te veranderen per portret. 

Hoewel de titel en het toneelbeeld van mijn eigen werk bewuste referenties zijn naar Francis, is het lichtspel een toevallige overeenkomst met het lichtontwerp van Erik van de Wijdeven, de lichtontwerper waarmee ik samenwerk. Hij heeft in de Baconiaanse kooien, ontworpen door Ines Borovac, het licht zo geïnstalleerd dat de bron uit de zichtlijnen van het publiek blijft en constant organisch lijkt te veranderen van invalshoek. 

2762

Berlinde de Bruyckere, zelfportret, 2010

De wassen beelden van de Vlaamse kunstenares Berlinde de Bruyckere (1964) maakten een enorme indruk op me. De ogenschijnlijk geslachtloze lichamen zijn qua anatomie nogal grillig en ik zie in sommige werken overeenkomsten met de geschilderde lichamen in Bacons werk. Tijdens het werken met Liam McCall heb ik de wassen lichamen van Berlinde de Bruyckere gebruikt om het materiaal te maken voor zijn solo’s. Met de beelden vers op zijn netvlies belichaamde Liam haar werk in zijn improvisaties. Dit vormde de basis voor de choreografie.  

Meer info en tickets voor Simons voorstelling Three Studies (for a self-portrait)