Rita Hoofwijk - A Way of Seeing: ELISABETH GETS HER WAY

Rita Hoofwijk - A Way of Seeing: ELISABETH GETS HER WAY

Jan Martens / GRIP

13 augustus 2021, Festival Boulevard

Het is ongeveer acht uur.
Een vrijwilliger van het festival vraagt: ‘Komt u voor Elisabeth?’ 

Ik sta in een lange gang van de Brabanthallen in Den Bosch. Aan de muur hangen posters van The Sound of Music, van K3 en Frans Bauer. Er zitten al wat bezoekers, in groepjes te wachten. Velen lijken in gesprekken verwikkeld. Twee vriendinnen, of zussen, zoeken een plekje aan het uiteinde van de gang. In de hoek van één van de banken zit een man met zijn ogen gesloten. Ik kijk rond, op zoek naar een toeschouwer om vandaag te volgen. Zal ik dan de man en vrouw vragen die tegelijkertijd met me binnenkwamen? Ze staan aan een hoge tafel en bladeren in een programmaboekje van het festival. Ik besluit nog even te wachten. Niet veel later loopt er een man voorbij, alleen. Het is een vrij kleine man, ik vermoed ongeveer twee keer zo oud als ik. Hij draagt een vaalroze pet. Als ik hem aanspreek, kijkt hij me opgetogen aan. Alsof hij erop wachtte aangesproken te worden.

Hij vertelt dat hij net terug is gekomen van een onprettige vakantie in Tegelen. Hij heeft een prettige stem. Zijn partner is al naar huis, naar Amsterdam, maar Hans is blij dat hij nog hier is. Hier zijn weer gewone mensen, gastvrij. In Tegelen was het net geweest alsof de mensen een geheim voor hem hadden. Hij was zich gaan afvragen of het aan hem lag, of hij soms iets vreemds uitstraalde. Bijna was hij met zijn partner mee gegaan, maar de voorstellingen van Jan Martens ziet hij graag. Hij had de trailer bekeken op de website van Boulevard en vond het meteen al leuk, zoals hij Jan met zijn armen zag bewegen. Hij praat over de choreograaf alsof ze elkaar goed kennen, liefdevol. Hij vertelt me dat hij Jan vanmiddag nog op het festivalterrein dacht te zien lopen. Hij vindt het zo fijn dat de maker zo gewoon is, op een goede manier. Hij gaat gewoon zijn gang, maakt gewoon dingen, huppetee, maar als je hem ziet, zou je ook kunnen denken dat hij kippen-hoeder is. Ik vind het grappig dat hij dat zegt. Toevallig weet ik dat Jan Martens thuis een moestuin en naar ik meen, ook kippen heeft. 

Hans vertelt dat hij acteur en beweger is. Toen hij mij in de hal zag staan, had hij gedacht dat ik waarschijnlijk een danser was. Van de andere bezoekers vermoedt hij dat ze het werk van de choreograaf ook al kennen. 

Het is 20:26. Iedereen begeeft zich naar de ingang. Hans hoopt geraakt te zullen worden, maar dat is eigenlijk altijd zo wanneer je ergens naar gaat kijken. Het gaat over aandacht, vertelt hij. Vanmiddag op een terrasje, had hij bijna om een bezem gevraagd. Het was er gewoon vies. Hij snakt naar schoonheid. Het ontroert hem dat te zeggen.
We lopen een grote hal binnen waar een podium en tribune opgebouwd zijn. ‘Theater is als een sluis,’ zegt Hans. ‘Je gaat erin en aan de andere kant kom je er geïnspireerd uit.’

De stoelen staan per twee opgesteld. Ik wil niet alleen gaan zitten en ik wil Hans niet alleen laten zitten. Ik vraag hem om toestemming. Opnieuw kijkt hij me opgetogen aan.

Het wordt donker. Hans zet zijn pet af.

- We zien ELISABETH GETS HER WAY -

Het is precies 21:45. Voor de voorstelling begon, had Hans me al verteld dat het vijf kwartier zou duren. Buiten is het donker geworden, we zien de maan. Hans heeft zin om te rennen, of zelf een dansje te wagen. Samen rennen we een paar passen richting de uitgang van de Brabanthallen. Ik ga mijn OV-fiets halen. Terwijl Hans op me wacht, zie ik hem op-en-af een drempel stappen. ‘Wat een rare plek ook hier hè?’, roept hij. Ik kijk achterom naar het enorme complex. In hoofdletters staat er MAIN STAGE op het gebouw. Samen wandelen we naar het station. Hans is veel aan het glimlachen. Hij vertelt dat het echt voelde alsof Jan voor hem, voor ons allemaal, gedanst had. Hij was ‘daar’ geweest, aanwezig, aandachtig. Hans zegt dat hij zich ook een beetje schaamt. Wat had hij van tevoren nou toch allemaal gezegd? Dat Jan kippen-hoeder zou kunnen zijn? Hij is gewoon een kunstenaar, en een hele goede danser. We lopen in een tunnel onder het station door. Onze schaduwen verdriedubbelen op de betonnen muur. Hans praat met zijn handen, alsof hij liever zou dansen dan praten. Ik kijk hem na als hij richting de roltrappen aan de ingang loopt. Ik stel me voor hoe hij straks thuis verslag zal doen van de voorstelling, met woorden maar vooral met zijn handen, met het lichaam. Ik denk aan Elisabeth Chojnacka, die ik vanavond via Jan Martens een beetje mocht ontmoeten. Er was een citaat van haar, dat als ik het me goed herinner, ongeveer zo ging: ‘Je doet het met je hoofd, met je handen, met je hele lichaam. Dat is geweldig.’ 

Lees alle 'ways of seeing' hier >